Een watermaker is ontworpen om zoet water te produceren uit zeewater. Hij is ideaal voor nautisch gebruik – betrouwbaar, compact en eenvoudig te bedienen. We spraken met Mario Alagna, een van de eigenaren van OSMOSEA, een Italiaans bedrijf met meer dan 15 jaar ervaring in het ontwerpen, produceren en distribueren van omgekeerde osmose watermakers en zuiveraars. Hij legde uit hoe je dit essentiële accessoire op de juiste manier installeert en vooral hoe je het in topconditie houdt gezien het belang ervan aan boord.
Hoe installeer je een watermater?
De watermakerset bestaat meestal uit de volgende onderdelen:
– Hoofdwatermaker
– Afstandsbedieningspaneel (indien van toepassing)
– Toevoerpomp
– Sediment voorfilter
– Actieve koolstoffilters
– Actieve koolstoffilters
– Filtersleutel
– Slangen en fittingen
Wat betreft de plaatsing raadt OSMOSEA aan om de watermaker in een droge, goed geventileerde ruimte te installeren (de machinekamer wordt niet aanbevolen, tenzij deze goed geventileerd is). Hij moet gemakkelijk toegankelijk zijn voor onderhoud en uit de buurt van warmtebronnen en uitlaatgassen.
Het is belangrijk om de voedingspomp zo dicht mogelijk bij de speciale zeewaterinlaat te installeren, die voorzien moet zijn van een kogelkraan en zich zo mogelijk onder de waterlijn moet bevinden.
De hydraulische aansluitingen zijn heel eenvoudig: sluit de inlaatslang aan op de bestaande zeewaterdoorvoer of installeer een nieuwe (aanbevolen diameter: 1⁄2 “of 3/4”).
Het wordt aanbevolen om vóór de toevoerpomp een korfzeef te installeren. Het voorfilter moet tussen de voedingspomp en de hoofdwatermaker worden geplaatst, met filterpatronen van 5 micron.
Sluit de pekelafvoer aan op een doorvoer of sifon. Voor de zoetwateruitlaat is het aan te raden om een geschikte slang aan te sluiten op het bovenste deel van de tank (bijv. 10 mm PE of PVC) en lange stukken zoveel mogelijk te vermijden.
Wat de elektrische aansluitingen betreft, controleer de spanning (bijv. 12V, 24V of 230V afhankelijk van het model) en sluit de besturingseenheid aan op het elektrische paneel met de juiste beveiliging (zekering of stroomonderbreker). Sluit indien nodig het afstandsbedieningspaneel aan. Osmosea voegt altijd een handleiding bij de installatiekit, compleet met een elektrisch schema en eenvoudig te volgen stappen.
Eerste start
Bij de eerste keer opstarten moet je extra voorzichtig zijn. Mario Alagna bevestigt dat je, om er zeker van te zijn dat de hydraulische aansluitingen correct zijn, het beste als volgt te werk kunt gaan:open eerst de zeewaterinlaat en zet alleen de toevoerpomp aan.
Als er geen lekken zijn en de inlaatdruk minstens 1,5 bar bereikt, kun je de voedingspomp uitschakelen en het hoofdsysteem starten.
Op dit punt zou het systeem volledig in bedrijf moeten zijn en vers water moeten gaan produceren.
Watermaker: te nemen voorzorgsmaatregelen
Het is belangrijk om te voorkomen dat het water pomp tijdens de opstart-/aanzuigfase niet langere tijd zonder inkomend water staat, om onherstelbare schade te voorkomen. Daarom is het essentieel om ervoor te zorgen dat de zeewaterinlaatklep open staat en dat de pijp stroomopwaarts van de voedingspomp gevuld is met water. “En – voegt Mario Alagna toe – stop onmiddellijk de werking in geval van abnormale trillingen of lekken. Isoleer in dergelijke gevallen de ontziltingsunit elektrisch voordat je onderhoudswerkzaamheden uitvoert”.
Welk onderhoud heeft een watermaker nodig?
De essentiële onderhoudstaken voor optimale prestaties zijn weinig en heel eenvoudig, bevestigt de eigenaar van OSMOSEA. Vervang de voorfilters elke 100-150 gebruiksuren of één keer per maand, voer een chemische reiniging uit als de productie begint te dalen, houd het systeem schoon met de “spoel”-cyclus en voer bij langdurige inactiviteit een conserveringsbehandeling uit met een speciale opslagoplossing.
Welke problemen kunnen zich voordoen?
De belangrijkste oorzaak van schade aan een watermaker is het niet openen van de zeewaterinlaat, wat de toevoerpomp ernstig kan beschadigen – controleer het systeem dus altijd voordat je het aanzet.
Een tweede probleem kan optreden bij gebruik van het systeem tijdens het varen op ruwe zee, omdat er dan lucht in de leidingen kan komen en de werking van het systeem kan verstoren.
Het is ook belangrijk om de watermaker in schoon water te laten werken, want vuil of vervuild water kan de filters voortijdig verstoppen of de osmosemembranen beschadigen.
De watermaker is een relatief eenvoudige machine, maar hij moet met zorg worden bediend en onderhouden volgens een paar basisregels, concludeert Mario Alagna.